Treinreis in de hoogte

18 april 2018 - Pyin Oo Lwin, Myanmar

Ik reisde met de groep naar Mandalay. Een rit die 2,5 uur kon duren, duurde zes uur omdat we in een kleine locale bus zaten die op elke plek waar een local langs de weg mee wilde, stopte. Onderweg was er een pauze bij een restaurantje langs de weg. Carly en ik scheurden van de honger. De eigenaresse sprak geen Engels, het enige dat er uit kwam als wij vroegen om 'food' was: 'Rice, Chicken', dus namen we dat maar. Binnen twee minuten stond het voor onze neus. Halfwarme rijst en halfwarme kip met botten. We aten voor zover we het opkeken om de trek een beetje te stillen maar kregen het idee dat het er al een tijdje stond en gewoon even was opgewarmd. De volgende dag waren we beide niet lekker en had ik last van buikloop. In Mandalay bezochten we de Ubein bridge en Mandalay hill, waar bovenop een tempel was. Wij, als drie lange, Hollandse meiden, waren voor de Birmese mensen indrukwekkender dan de tempel zelf. Er stond serieus een rij voor wie we met ons op de foto mocht. In totaal zijn we denk ik wel 20 keer op de foto geweest. Verder vond ik Mandalay niet zo heel bijzonder. De stad viel een beetje tegen. We zouden als groep de trein nemen van Mandalay naar Hsipaw. Een dertien uur lange treinrit die over het Gokteik viaduct zou gaan. Toen de tickets voor de upperclass uitverkocht bleken te zijn besloot de groep deze treinreis te skippen en meteen naar Kalaw te gaan. Ik wilde deze trein rit zó graag doen dat ik besloot om naar Pyin Oo Lwin te gaan, daar een nachtje te slapen en vervolgens vanaf daar de trein te pakken in de ordinairy class. Ik vroeg in mijn hostel hoe ik het best naar Pyin Oo Lwin kon gaan. Taxi of open air car. Open air car was voor mij de beste optie zei de receptioniste. Een stuk goedkoper en ik hoefde alleen maar naar de halte tien minuten lopen om de hoek. Top! Ik trof geen halte aan, alleen een verkoopkraampje met twee oude mensjes. Ik vroeg naar de bushalte en liet het blaadje met de plaats zien. Ze knikte ja, stonden op en gingen aan de rand van de weg staan. Af en toe begonnen ze hevig te zwaaien en na een tijdje stopte er een zogeheten 'open air car'. Een auto met laadbak met aan elke kant een bankje, vol met locals die niet altijd even fris zijn (lees: tegenover me zat een man met een grote ontstoken open wond op z'n been met een verbandje erom)! Mijn backpack en ik paste er nog net bij! Er werd plaats gemaakt voor me en twee mannen gingen half in en half uit het voertuig hangen. Weer een geval vol is nooit vol in Azie. Af en toe stapte er iemand in of uit. Er werd vriendelijk naar me gelacht. Een iets oudere man met bruine tanden een een leren jack vroeg aan me: "Where from?". Ik antwoordde en de man vertelde aan iedereen in de car dat ik uit Nederland kwam. Iedereen knikte en lachte vriendelijk. Na een uurtje rijdenwas er een eetstop. Ik had goed ontbeten, dus nog geen trek. Ik bleef zitten. Er kwamen wel drie keer mensen naar me toe om uit te leggen dat het de bedoeling was dat ik zou eten. Ik bedankte vriendelijk. Toen kwam er een vrouw in traditionele klederdracht naar me toe. Ze had wat eten voor me gekocht. Een soort gefrituurde maisballetjes met een nootje erin. Als snack. De mensen in Myanmar zijn de vriendelijkste die ik in heel Azie ben tegengekomen. Na 2,5 uur schuddend op een houten bankje kwam ik aan in Pyin Oo Lwin. Eemaal in één van de drie hotels die er waren pakte ik de fiets en reed naar het treinstation. Ik kocht een ticket van ongeveer 80 cent. Voor een treinrit van zeven uur. Het mooie was, dat er op het ticket ook een levensverzekering stond van 0,02 cent. Ik fietste terug en onderweg voelde ik me beroerd worden. Ik heb de rest van de dag gespendeerd op de WC. De buikloop heeft doorgezet. Wat voelde ik me ellendig en vooral eenzaam op dat moment. De momenten dat je ziek bent en alleen bent, zijn de momenten dat je het meest naar thuis verlangd. Ik zag het even niet voor me dat ik de volgende morgen zeven uur lang in een trein in de laagste klasse moest zitten. Wat zou betekenen: óf geen wc, óf een vies gat. Ik nam 'S morgens vroeg twee pillen en een zakje ORS en besloot te gaan. Ik wilde dit zo graag. Omdat de treinreis bekend is, zaten er nog meer toeristen in de trein. De coupé was fel blauw en bestond uit houten bankjes. Alle ramen waren open. Drie kleine jongetjes kwamen naar het spoor gerend om te kijken wie er in de trein zaten en om met een grote grijns te zwaaien naar iedereen toen de trein wegreed. Langzaam reden we weg uit het dorpje. We reden door prachtig en gevarieerd landschap. Zitten, kijken en genieten. De trein schudde hevig heen en weer. Af en toe moest ik mijn backpack even goed leggen voordat hij uit het bagagerek op iemands hoofd zou vallen. Het Gokteik viaduct was waar iedereen naar uitkeek. Na ongeveer vier uur naderden we het viaduct en zag je iedereen de camera'S pakken en naar de linkerkant van de trein verplaatsen. Het Gokteik viaduct is een grote stalen brug van 100 meter hoog. Het geeft een kick als je er met de schuddende trein overheen rijdt (vandaar denk ik de levensverzekering) en het uitzicht is waanzinnig! Na een prachtige treinreis kwam ik na zeven uur aan in het plaatsje Hsipaw.

Groetjesssss