Lopend van Kalaw naar Nyaung Shwe (Inle Lake)

22 juni 2018 - Kalaw, Myanmar

Vanuit Hsipaw ging er per dag maar één bus naar Kalaw. Dat was niet de meest prettige rit van mijn leven ;). Een kleine bus, totaal geen beenruimte, naast een smakkende en boeren latende Birmees en de videoclips van de landelijke topartiesten op de volle speaker door de bus. Verder zaten er enorme barsten in de voorruit en moesten we om de paar uur stoppen om met water de remmen af te koelen. De airco stond op standje freezing en de rit zou zo'n veertien uur duren. Na een tijdje toen mijn buurman aan de andere kant van het gangpad het hele bos begon om te zagen met een kettingzaag (lees: heul hard snurken), wist ik dat slapen hem niet ging worden. Om 04:00 werd ik gedropt in het dorpje Kalaw, dat S nachts erg koud was. Ik liep naar mijn hotel en aangezien ik nog niet fit was, wilde ik heel graag een bed! Als ik nog drie uur zou wachten, mocht ik inchecken. Ik betaalde voor een extra nacht en dook mijn bed in! Toen ik wakker werd zag ik dat er na mij nog een meisje in de kamer was gekomen. 'S morgens ging ik op pad om verschillende bedrijven te bezoeken die trekkingen naar Inle Lake organiseren. Dat is namelijk waarom mensen naar Kalaw komen. De welbekende, prachtige trekking. Ik vond alle drie de bedrijven oké en schreef me in bij eentje. Ik leerde het meisje in mijn kamer kennen, Steffi. Zij had al een afspraak met een jongen die een trekking zou begeleiden. Hij kwam langs in ons hotel voor uitleg. Ik zag dat ik bij het andere bedrijf in een groep met alléén maar Fransen zou komen en besloot me af te melden en met Steffi mee te gaan. S avonds aten we pizza (het eerste echte maal na de buikloop) en kwamen we een mini barretje tegen op straat. Het was een bar waar je omheen kon zitten, waar precies één barman tussen kon staan. Dat was het. Je kon met iedereen aan de bar die Engels sprak, praten en er was één jongen die gitaar speelde en alle bekende westerse liedjes in het Birmees zong. Erg leuk. De eerste bar die ik zag in heel Myanmar. De volgende morgen verzamelden we bij het bedrijfje met onze Backpacks die we daar achter zouden laten. Bepakt met alleen een daypack met de nodige kleding, zonnebrand en diarreeremmers, met de hikeschoenen aan, waren we klaar voor de komende drie dagen. Ruim 60 km lopen. Ik had gehoord van andere Backpackers dat het erg zwaar zou zijn, maar had er zin in! Salai, onze Birmese gids riep ons en zei dat er nog zes of zeven anderen bij mochten komen. Dit werd uiteindelijk een topgroep met negen mensen uit vijf verschillende landen. Steffi uit Duitsland, Pierre, een man uit Bordeaux, Robin en Anna, een koppel uit Parijs die na hun huwelijk op wereldreis zijn gegaan, Roman en Veronica, een broer en zus uit Oekraïne en Piotrek en Katarzyna, een stel uit Polen. Ik was veruit de jongste en minst ervaren hiker, maar gelukkig was daar niet veel van te merken. We begonnen de trekking. We liepen het eerste stuk over de weg, het dorp uit. Dat was gelijk de laatste keer dat we op asfalt liepen. We kwamen bij een klein restaurantje. Voorlopig de laatste mogelijkheid om water te kopen en naar een wc te gaan. Na een korte pauze en wat uitleg over een holy tree en geschiedenis van Myanmar begonnen we met een klim. Mooi over droge bergpaadjes omringd Door bos. Al snel moesten we stoppen omdat een moeder koe met haar kleintjes het pad blokkeerde. Salai leek lichtelijk in paniek. We moesten of Road van het ene naar het andere pad springen om langs de koeien te gaan. Tijdens het lopen leerde ik één voor één iedereen een klein beetje kennen. Roman bleek de enthousiasteling en grappenmaker van de groep en dat zorgde voor een goede sfeer. Na 3,5 uur lopen in de zon, kwamen we in de bergen aan bij een klein hutje met een paar zitplekken voor onze lunch. Er werd uitgebreid voor ons gekookt. We hadden trek en het koude colaatje konden we goed gebruiken! We deden een goed voorstelrondje en hadden het daarna over de cliché'S die je hebt over een ander land. Zo rookt iedereen in Nederland wiet, kunnen Fransen niet autorijden, drinken alle Duitsers bier, zijn Belgen dom enz. Na de lunch nog 3,5 uur te gaan. We liepen Door bos, maar ook over vlaktes, door de heuvels en bergen. Soms maakten we een stop om even water bij te tanken, maar vooral om even te rusten en te genieten van het geweldige uitzicht boven op de berg, toen de zon begon met zakken. Iedereen zat net op het punt dat ie écht moe was. Salai kwam met een Birmese specialiteit. Een soort reep gemaakt van honing, sesam en noten. Heerlijk! Nog 1,5 uur te gaan. Na een tijdje kwamen we weer wat mensen tegen. Vrouwen in traditionele kleding die van alles op hun rug droegen en dan op blote voeten omhoog liepen, mannen of kinderen die de koeien naar het dorp of land brachten of verzamelden. In de verte zagen we kleine huisjes. Nadat we Door het eerste dorpjewaren gelopen kwamen we al snel aan bij het dorpje waar we zouden overnachten. Het was een dorpje met een paar bamboehutjes, één wc voor iedereen (hurktoilet met een gat in de grond in een houten hokje), een schooltje verderop, wat schuurtjes waar de koeien 'S nachts in konden slapen en een betonnen bak met water en een emmertje, waar je kon "douchen". Even back to basic dus. De mensen in wiens huis we mochten slapen ontvingen ons hartelijk! We wasten onze zweetvoeten en dronken een biertje. In onze hut lagen negen matassen van zo'n drie centimeter dik, met warme dekens. Erg gezellig! Er werd een uitgebreid diner op tafel gezet. Rijst met allerlei soorten groenten en vlees en soep. Na een theetje kleedden we ons warm aan. Om 21:00 lag iedereen in bed! Na een verrassend goede nacht stonden we om 7:00, met veel spierpijn op. Klaar voor dag twee! Na een groots ontbijt namen we afscheid van onze hosts. We liepen langs velden waar veel mensen aan het werk waren. Vaak met rode pepers. Het was een hete, zonnige dag, dus er werd veel ingesmeerd en heel veel water gedronken. De sfeer was top, dat gaf veel motivatie om door te lopen. We gingen over een krakkemikkige bamboebrug naar de overkant waarna we al snel bij een mooi stuk rivier aankwamen waar we even konden zwemmen! Dit was gelijk ook een mooi plekje om even te 'douchen'. We gebruikten de zeep van het Franse koppel en namen een frisse duik. Heerlijk even pauze! Toen het einde van dag twee naderde sloeg de vermoeidheid weer toe. Zere voeten, weinig energie en motivatie. We eindigde de dag met een klim van een half uur en kwamen voor het donker aan bij een klooster waar wij en een aantal andere groepen zouden slapen. In het klooster woonden jonge monniken. Allemaal jongens, dat zag je aan de rode kleur van de kleding. De mannen uit onze groep en de andere groep voetbalden fanatiek met de monniken. Wij, de meiden, genoten van een biertje buiten het klooster. Andere groepen hadden hun bedden al bemachtigd en omdat wij als laatste aankwamen, waren er niet genoeg bedden meer. Er was ooklein net geverfd, dus de geur was ook niet heel aangenaam. Op zoek naar een andere slaapplek! Terwijl wij genoten van weer een uitgebreid, heerlijk diner, heeft Salai geregeld wij bij een super gastvrije familie op de zolder van de koeienstal mochten slapen! Ook weer een superleuke ervaring! De matrasjes nog wat dunner, maar wederom goed geslapen :). 'S morgen werden we wakker van de hanen die kraainden. We roken allemaal naar koe. Lekker. We ontbeten in de monastry en liepen in de ochtenddauw met opkomende zon richting het einde. Nog vijftien kilometer te gaan. We praatten over hoeveel zin we op dat moment zouden hebben in een snickers en hoelang we dat al niet hadden gegeten. Toen we op de helft waren hadden we een korte stop bij een restaurantje langs het pad. We zaten aan de andere kant van de weg te kletsen toen Pierre aar ons toe kwam en zei: "gurls, ai found uunnuhh sniekèr". We waren zó blij. Pierre haalde ook voor ons en we hebben nog nooit zo genoten van een Snickers. Het gaf ons letterlijk energie om door te lopen. Het laatste stuk liep ik naast Anna. We zetten even het verstand op 0 en hoe moe we waren en hoe zeer de voeten deden, we liepen in hoog tempo door omdat we er dan eerder zouden zijn. Op een moment maakte ik een foto van een knalgroen rijstveld met koeien en riep de gids mijn naam (yoga noemde hij me). Hij zei: "the Kids are asking if you want to make a picture of them!" Ik keek aan mijn rechterkant en zag drie kleine meisjes uit het raam hangen en zwaaien. Eindelijk waren we er! Over een smal bruggetje liepen we naar de lunchplek. Schoenen uit, zitten, koude cola en eten. Heerlijk. Daarna gingen we met een boot over het prachtige Inle Lake, langs vissersmannen, naar het dorp Nyaung Shwe. Ik had met Steffi een hostel geboekt en we namen afscheid van de rest. Dit bleek maar voor kort want Roman en Veronica zaten in hetzelfde hostel en nou hadden we toch net het geluk dat er karaokeavond was! Ook Pierre kwam langs en na drie cocktails liepen we polonaise op het dakterras... De volgende dag kwamen we weer met de hele groep bij elkaar om een dag lang een fietstocht te houden. Deze ging voornamelijk over onverharde paden en we maakten een stop in een natural swimmingpool. De vrouwen mochten alleen zwemmen met kleding aan die de schouders bedekt. Dus daar gingen we in onze spijkershorts en t shirts. We sloten de dag af bij een winter met een paar glazen wijn bij een prachtige zonsondergang. Blij dat ik in deze toffe groep terecht ben gekomen en met Steffi ben meegegaan. Met het donker fietsten we terug en we verzamelden in ons hostel, in de kamer van Roman en Veronica, om de laatste twee flessen wijn te drinken, muziek uit elkaars land te luisteren en de verjaardagen van Steffi en Katarzyna te vieren. We zongen 'happy birthday' allemaal in onze eigen taal en dronken de speciale Poolse vodka die Piotrek had meegenomen, tot we het hostel werden uitgetrapt. Dit was wél het echte moment van afscheid voor de meesten, maar de eerste reünie staat al gepland in mei, 2025 in Polen ;)

Groetjesssss